Puppy en beweging
Pups en jonge honden hebben nog zwakke botten en gewrichten. Pas als de hond volgroeid is bereiken deze hun volle stevigheid. Voor die tijd kunnen te veel of verkeerde beweging(en) problemen veroorzaken waarvan je Australische Labradoodle vroeg of laat behoorlijk last krijgt.
Het is daarom goed om bij je pup en jonge hond een aantal bewegingen te vermijden:
- Spelen en rennen op gladde vloeren
- Spelen met teveel abrupte wendingen
- Traplopen
- Springen
- In en uit de auto springen
- Lopen en rennen op los, mul zand (strand!)
- Mee joggen
- Mee naast de fiets. Je kunt je Doodle overigens wel al leren naast de fiets te lopen terwijl je de fiets aan de hand houdt.
- Bovenop de heupen drukken om je Doodle te laten zitten.
Ook duw- en trekspelletjes met een pup raden we af, omdat het niet goed is voor de ontwikkeling van de gewrichten.
In het algemeen kun je stellen dat de beweging van je pup en jonge hond hoofdzakelijk voorwaarts gericht moet zijn en zeker niet opwaarts, neerwaarts of zijwaarts.
Je pup weet beslist niet wanneer hij moet stoppen met spelen. Kijk goed naar je pup en zodra je ziet dat je pup moe is omdat hij al een tijd flink in de weer is, leg je je Doodle rustig in zijn bench. Je geeft hem verplicht rust!
Als je een gladde vloer hebt, dek je deze het eerste jaar af met een stuk vloerbedekking. Je laat je pup tijdens de socialisatie wel een aantal keer gecontroleerd kennismaken met een gladde vloer. Als je Australische Labradoodle volgroeid is, heeft hij zijn lichaamsbewegingen beter onder controle en zal hij voorzichtig genoeg zijn om niet uit te glijden.
Je kunt er voor kiezen je Australische Labradoodle toe te staan op de bank te liggen. Als je dat wilt, til hem dan op en van de bank. De herhaalde beweging bank op - bank af is zeer slecht voor het bottenstelsel van een pup.
Voor de lengte van het wandelen met je pup kun je als richtlijn gebruiken dat je per leeftijdsweek 1 minuut kan wandelen. Dus als je pup 10 weken is, mag hij 10 minuten wandelen op een vlakke en stevige ondergrond. En dat kun je dan meerdere keren per dag doen.
Wij vinden dat je altijd goed moet kijken naar je pup. Achter blijven, gaan zitten en piepen als je pup los met je wandelt, betekent dat het lang genoeg. Als je pup aan de lijn wandelt, is het lastiger te beoordelen. Dan kan achter blijven, gaan zitten en piepen ook duiden op protest.
Als je tijdens het wandelen je pup laat spelen, houd er dan weer rekening mee dat je pup niet weet wanneer hij moet stoppen. Stop dan zelf het spel en geef je pup rust. Zo houd je voor nu en later een gezonde Doodle.
Bron: http://www.alcn.nl
Het is daarom goed om bij je pup en jonge hond een aantal bewegingen te vermijden:
- Spelen en rennen op gladde vloeren
- Spelen met teveel abrupte wendingen
- Traplopen
- Springen
- In en uit de auto springen
- Lopen en rennen op los, mul zand (strand!)
- Mee joggen
- Mee naast de fiets. Je kunt je Doodle overigens wel al leren naast de fiets te lopen terwijl je de fiets aan de hand houdt.
- Bovenop de heupen drukken om je Doodle te laten zitten.
Ook duw- en trekspelletjes met een pup raden we af, omdat het niet goed is voor de ontwikkeling van de gewrichten.
In het algemeen kun je stellen dat de beweging van je pup en jonge hond hoofdzakelijk voorwaarts gericht moet zijn en zeker niet opwaarts, neerwaarts of zijwaarts.
Je pup weet beslist niet wanneer hij moet stoppen met spelen. Kijk goed naar je pup en zodra je ziet dat je pup moe is omdat hij al een tijd flink in de weer is, leg je je Doodle rustig in zijn bench. Je geeft hem verplicht rust!
Als je een gladde vloer hebt, dek je deze het eerste jaar af met een stuk vloerbedekking. Je laat je pup tijdens de socialisatie wel een aantal keer gecontroleerd kennismaken met een gladde vloer. Als je Australische Labradoodle volgroeid is, heeft hij zijn lichaamsbewegingen beter onder controle en zal hij voorzichtig genoeg zijn om niet uit te glijden.
Je kunt er voor kiezen je Australische Labradoodle toe te staan op de bank te liggen. Als je dat wilt, til hem dan op en van de bank. De herhaalde beweging bank op - bank af is zeer slecht voor het bottenstelsel van een pup.
Voor de lengte van het wandelen met je pup kun je als richtlijn gebruiken dat je per leeftijdsweek 1 minuut kan wandelen. Dus als je pup 10 weken is, mag hij 10 minuten wandelen op een vlakke en stevige ondergrond. En dat kun je dan meerdere keren per dag doen.
Wij vinden dat je altijd goed moet kijken naar je pup. Achter blijven, gaan zitten en piepen als je pup los met je wandelt, betekent dat het lang genoeg. Als je pup aan de lijn wandelt, is het lastiger te beoordelen. Dan kan achter blijven, gaan zitten en piepen ook duiden op protest.
Als je tijdens het wandelen je pup laat spelen, houd er dan weer rekening mee dat je pup niet weet wanneer hij moet stoppen. Stop dan zelf het spel en geef je pup rust. Zo houd je voor nu en later een gezonde Doodle.
Bron: http://www.alcn.nl